In België streeft de regering ernaar om in 2025 veel, zo niet alle kerncentrales in het land te sluiten (waarvan sommige al 41 jaar in bedrijf zijn). Dit betekent dat de benodigde elektriciteit geproduceerd zal moeten worden door een combinatie van met name zonnepanelen, windmolens en conventionele gasgestookte centrales. Het probleem is echter dat veel van de bestaande conventionele installaties ook al behoorlijk op leeftijd zijn. Daarnaast zijn ze in veel gevallen niet permanent benodigd voor elektriciteitsproductie maar wel bij situaties waarbij er weinig zon- en/of windenergie beschikbaar is. Er is dus behoefte aan snel op te starten en af te schakelen elektriciteitsopwekking. Het bouwen van een zogenaamde peak-shaver enkel voor deze periodes zou een erg onrendabele investering betekenen.
De oplossing:
Een van onze klanten realiseerde zich dat de bovengenoemde uitdaging ook kansen biedt. Door een bestaande warmtekrachtcentrale, die al een tijd niet meer actief was, om te bouwen zou met de reeds aanwezige gasturbine en een relatief lage investering toch een ‘peak shaver’ gerealiseerd kunnen worden. Door in te spelen op de zgn. ‘Capacity Remuneration Market CRM’ genereert zo’n plant in korte tijd een aanzienlijke inkomstenstroom. De vraag was hoe de modificatie op een kosteneffectieve manier kon worden uitgevoerd. Een complicatie hierbij was dat het gebouw waarin de installatie zich bevindt tot cultureel erfgoed behoort. Bovendien staat deze plant midden in een dicht bewoonde wijk vlak bij het historisch centrum van een grote stad.
Hilux5 werd gevraagd hierin mee te denken. Door de van oorsprong ‘combined cylcle’ plant om te bouwen naar ‘simple cycle mode’, zou het mogelijk worden om de installatie te gebruiken als een ‘peak shaver’. Voor een ‘bypass’ klep echter welke vaak voor dergelijke toepassingen wordt geïnstalleerd was geen ruimte en bovendien zou dit de totale investering van het project verhogen tot een onacceptabel niveau. Hilux5 werkte een oplossing uit op basis van een aparte bypass-stack waarmee de aanpassing kon worden uitgevoerd met een minimale impact op de bestaande installatie en het milieu. Met de gekozen oplossing blijft bovendien nog steeds de mogelijkheid om wanneer nodig met een relatief kleine ingreep de installatie weer in ‘combined cyle’ mode te opereren.